SV | En David zeide tot zijn zoon Salomo: Wees sterk, en heb goeden moed, en doe het, vrees niet, en wees niet verslagen; want de HEERE God, mijn God, zal met u zijn; Hij zal u niet begeven, en Hij zal u niet verlaten, totdat gij al het werk tot den dienst van het huis des HEEREN zult volbracht hebben. |
WLC | וַיֹּ֨אמֶר דָּוִ֜יד לִשְׁלֹמֹ֣ה בְנֹ֗ו חֲזַ֤ק וֶאֱמַץ֙ וַעֲשֵׂ֔ה אַל־תִּירָ֖א וְאַל־תֵּחָ֑ת כִּי֩ יְהוָ֨ה אֱלֹהִ֤ים אֱלֹהַי֙ עִמָּ֔ךְ לֹ֤א יַרְפְּךָ֙ וְלֹ֣א יַֽעַזְבֶ֔ךָּ עַד־לִכְלֹ֕ות כָּל־מְלֶ֖אכֶת עֲבֹודַ֥ת בֵּית־יְהוָֽה׃ |
Trans. | wayyō’mer dāwîḏ lišəlōmōh ḇənwō ḥăzaq we’ĕmaṣ wa‘ăśēh ’al-tîrā’ wə’al-tēḥāṯ kî JHWH ’ĕlōhîm ’ĕlōhay ‘immāḵə lō’ yarəpəḵā wəlō’ ya‘azəḇeḵḵā ‘aḏ-liḵəlwōṯ kāl-məle’ḵeṯ ‘ăḇwōḏaṯ bêṯ-JHWH: |
En David zeide tot zijn zoon Salomo: Wees sterk, en heb goeden moed, en doe het, vrees niet, en wees niet verslagen; want de HEERE God, mijn God, zal met u zijn; Hij zal u niet begeven, en Hij zal u niet verlaten, totdat gij al het werk tot den dienst van het huis des HEEREN zult volbracht hebben.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En David zeide tot zijn zoon Salomo: Wees sterk, en heb goeden moed, en doe het, vrees niet, en wees niet verslagen; want de HEERE God, mijn God, zal met u zijn; Hij zal u niet begeven, en Hij zal u niet verlaten, totdat gij al het werk tot den dienst van het huis des HEEREN zult volbracht hebben.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!